top of page

Zing niet zomaar een liedje:
(1) Wat de muzieknotatie in Zingt Jubilate ons leert...

 

Over de uitvoeringswijze van kerkliederen

 

 

MAATGESTUURDE EN TEKSTGESTUURDE MUZIEK

De omgang met het kerklied is echt een vak apart.  Anders dan bij de meeste muziek zou je de kerkliederen op ritmisch / dirigeertechnisch  vlak kunnen onderverdelen in maatgestuurde muziek enerzijds en tekstgestuurde muziek anderzijds.  Daarnaast zijn er ook liederen die een tussenvorm hanteren.

In de nieuwe Zingt Jubilate is er bewust gekozen voor verschillende vormen van muzieknotatie.  Deze vertelt ons heel veel:

1. Liederen in een duidelijke maatsoort 
    (METRISCHE LIEDEREN)

 

Dit zijn liederen en koorwerken die in een specifieke maatsoort geschreven zijn (al dan niet met maatverwisselingen).  
De maatsoort dient als motor om de beweging van het lied gaande te houden.

 


 

Notatie Zingt Jubilate:
De maatsoort geeft de sterke en zwakke tellen aan.  De eerste tel van de maat (net na de maatstreep) krijgt het maataccent en vormt dus het zwaartepunt.  Dit is de zware tel. Het maataccent bestaat in een minimale verlenging, soms ook in een lichte versterking.
 

De maatsoort wordt aan het begin van een lied geplaatst: het cijfer geeft het aantal tellen in de maat aan, de notenwaarde die eronder staat verwijst naar de inhoud van elke tel.

2. Liederen zonder maatstructuren maar wel met ritmische verhoudingen
    (NIET-METRISCHE LIEDEREN, wel GEMENSUREERD)

 

Dit zijn liederen die een tussenvorm hanteren: ze staan niet in een maatsoort geschreven maar hebben vaak een verborgen ritmiek (die we er dan slagtechnisch in kunnen opsporen).
Deze niet-metrische notatie moet voorkomen dat de uitvoerder in een schema van zware en lichte pulsen gaat denken dat opgelegd wordt vanuit het metrum.  Dat suggereert de uitvoerder een voordracht die zich volledig door de tekstritmiek laat leiden (kan dus verschillend zijn per strofe).  Men stelt zich de melodie best heel lineair voor zonder metrische pulsen en volledig gedragen door de tekstritmiek.  De woordaccenten zijn daarbij richtinggevend.

 

Notatie Zingt Jubilate:
Liederen met verborgen ritmiek worden genoteerd in vierden en halven (met stokken).

3. Liederen zonder maatstructuren in een vrijritmische notatie
    (NIET-METRISCHE LIEDEREN, met VRIJ RITME)

 

Dit zijn liederen die volledig tekstgestuurd zijn, net als het gregoriaans.  De nauwe band met de tekst blijkt vooral uit het ritme, dat volledig wordt bepaald door deze tekst: de duur van een noot op een lettergreep wordt bepaald door een correcte uitspraak van de tekst.  Er zijn dus lange en korte noten, maar niet van exacte duur.  We spreken dan van vrij ritme, dat o.a. wordt bepaald door de tekst.  Deze composities verlangen eenzelfde slagtechnische aanpak als het gregoriaans. 

 

Notatie Zingt Jubilate:
De liederen die volledig op de tekst gebaseerd zijn worden genoteerd in witte en zwarte bollen. 
Niet zo toevallig zijn deze gezangen op eenzelfde manier genoteerd als de gregoriaanse gezangen in Zingt Jubilate: zonder metrum (maatsoort) of maatstrepen, in een vrij ritme. 

De ‘bolletjesnotatie’ (zwarte en witte noten zonder stokje) geeft aan dat het ritme volledig wordt bepaald door de tekst, die zingend moet worden gedeclameerd.  Doordat we met vrije ritmiek te maken hebben, zullen accenten eerder ‘gemeten’ (lang-kort) worden, niet ‘gewogen’ (zwaar-licht) zoals in een metrum.

bottom of page