top of page

Het Anneessensorgel van Nederename

Een orgel van vader op zoon

Orgelbouwer:             

Bouwjaar:              

Voormalig orgel:        

 

Onderhoud en vernieuwing:    

 

Orgelkast:                   

 

Jules Anneessens-Tanghe (naamplaatje op speeltafel rechts), 1942

1942, inspeling op 26 april 1943 door Flor Peeters

1871: nieuwbouw door Charles Anneessens

1971: groot onderhoud door Paul Anneessens
regulier onderhoud door Paul Andriessen
2019: herintonatie roerfluit discant door Stefan Claessens

gedeelde orgelkast
Jules Anneessens paste bij zijn nieuwbouworgels wel vaker het principe toe van een gedeelde orgelkast.  Vanuit de kerk bezien zitten de pijpen van het bovenste klavier in de rechterkast in een zwelkast, waarvan de jaloezieën bediend kunnen worden met een zwelpedaal aan de speeltafel.  Zo'n zwelkast kan volumeveranderingen teweeg brengen.

In de linkerkast zitten alle pijpen van het onderste klavier en het pedaal.

Oorspronkelijk stonden beide helften in een open opstelling, wat wil zeggen dat er geen echte orgelkast met frontpijpen was.  De pijpen van de linkerkast waren zichtbaar, de pijpen van de rechterkast echter zaten wel in een zwelkast met jaloezieën.  

De huidige frontpijpen werden pas later toegevoegd en spreken niet.

In de huidige situatie hebben we langs beide kanten een symmetrisch driedelig front, met steeds een breed middenveld van 7 frontpijpen met opgeworpen labium en twee zijvelden van 5 frontpijpen met spitsvormig bovenlabium.

Typering:            

 

Dit is een van de minder grote instrumenten van Jules Anneessens (1876-1956).  Met zijn 13 registers is dit nog geen echt volwaardig tweemanualig instrument met pedaal.  Tal van speelhulpen (waaronder octaafkoppelingen) zijn nodig om het orgel nog meer mogelijkheden te geven.  Typisch voor instrumenten uit deze periode is dat de orgelbouwers niet meer alles zelf vervaardigen, maar werken met toeleveringsbedrijven.  Zo zijn ook hier de speeltafel en de sleeplades van de Duitse firma Laukhuff.  Merk op dat Duitse (!) onderdelen gebruikt worden midden in oorlogsperiode!  (bouwjaar 1942)
Het romantische karakter, dat Jules te danken heeft aan zijn vader Charles, werd bij hem aangepast aan de laatromantiek, ook wel postromantiek genoemd.  Jules Anneessens plaatste nog enkele instrumenten in de streek.  Voordien plaatste hij reeds een orgels in de kapel van het College Oudenaarde (1936) en in  in Elsegem (1938).  Een jaar na Nederename (1942) plaatste hij een orgel aan de overkant van de Schelde in Eine (1943)

Klaviatuur:

vrijstaande speeltafel: 2 manualen en pedaal

Vanaf de invoering van pneumatische en elektrische tractuursystemen wordt de vrijstaande speeltafel zeer populair.

Tractuur:

Het orgel werkt met een pneumatische tractuur (buizenpneumatiek).  Zowel de sleeplades en de speeltafel zijn van Duitse makelij (van de firma Laukhuff die orgelonderdelen vervaardigt).  Vooral de speeltafel is oerdegelijk gemaakt.  De windladen hebben last van doorspraak en windverlies, wellicht eerder door de klimaatbeheersing in het kerkgebouw en mogelijks in combinatie met minder kwalitatief materiaal omdat we op het moment van de constructie in volle oorlogstijd (1942) zitten.

Inwendig (achter de voorslagen) zitten lange ontlaatbalgjes, die gestuurd worden door de boursetten.  Eronder bevindt een 'relais membraanplank' (terminologie Paul Andriessen), wat door andere orgelbouwers wel eens 'boursettenplank' wort genoemd.

Dispositie:                  

2 manualen en pedaal, 13 registers

 

Registertuimelaars van links naar rechts (boven klavieren):

 

Speelhulpen:

Ped + I
Ped + II
I + II

I + I 4’
 

Onderklavier:

Vulwerk 3 R
Praestant 4’
Roerfluit 8’
Monter 8’
Gedekt 16’
 

Pedaal:

Zachte bas 16’
Bas 8’

 

Bovenklavier (spelen in zwelkast):
Harmonische fluit 8’
Gamba 8’
Zweving 8’
Dwarsfluit 4’
Kwint 2 1/3’
Trompet 8’

 

Speelhulpen:

I + II 4’
I + II 16’

Ped + II 4’

Trémulant

- Deze website wordt regelmatig bijgewerkt -

bottom of page