

ORGELS in de Vlaamse Ardennen
Een ongekend maar boeiend patrimonium
Het orgel van Kruishoutem
Een verbouwde Van Peteghem met luidsprekers
Orgelbouwer:
Bouwjaar:
Voorgeschiedenis:
Transformaties:
Bespeelbaar:
Orgelkast:
Pieter Van Peteghem
1753-54
Reeds in 1652 is er een vermelding van een orgel door orgelmaker Robert Gordoy (elders Gordon). Meer info in het jaarboek Hultheim 2023
1838: Van Houtte
1948: Fa. L. Verschueren (Tongeren en Heijthuijsen (H.))
Doordat het orgel de grote ruimte van de kerk niet voldoende kon vullen, heeft orgelbouwer Andriessen uit Menen enkele jaren terug versterking voorzien met microfoons in het orgel en een tweetal luidsprekers verborgen op het oksaal.
Het originele Van Peteghemorgel is dan ook niet gebouwd voor de huidige grotere kerk van 1855, maar voor de voormalige kleinere kerk.
Het instrument is vlot bespeelbaar, al moet je er wel de vertraging tussen aanslag en geluid bij nemen, wat normaal is gezien de afstand tussen pijpwerk en speeltafel.
Naar Vlaamse traditie bouwde Van Peteghem het orgel oorspronkelijk in de balustrade. De huidige plaats is dus niet origineel.
De orgelkast van Kruishoutem is een van de weinige zesvoetskasten van Van Peteghem. Bij zo'n zesvoetskast is de basis niet een Prestant 4' (zoals de kleinere orgels van Van Peteghem), maar een Prestant 8', waarvan de zes grootste pijpen binnenin het meubel staan en vanaf de G-pijp (6 voet) in het front.
De opstelling van het pijpwerk op de windlade weerspiegelt zich in de frontstructuur met twee grote zijtorens en daartussen een pijpenveld dat in twee gesplitst wordt door een kleine toren. De verlaging van de centrale toren is kenmerkend voor de 18de eeuw. De ornamentiek van dit meubel is uitgesproken rococo / Louis XV-stijl.
Het pijpwerk in de torens heeft zonder uitzondering opgeworpen labia. Dit stijlkenmerk hield Pieter de eerste twee decennia van zijn loopbaan vol. Nadien zal enkel de middelste pijp van elke toren van een opgeworpen labium worden voorzien terwijl alle overige frontpijpen een spitsvormig bovenlabium krijgen.
Dispositie:
[Hoofdwerk - onderklavier]
Prestant 8'
Roerfluit 8' (nieuw)
Prestant 4'
Fluit 4'
Octaaf 2'
Mixtuur 3r.
Cornet 5r.
Trompet 8' (nieuw)
[Zwelwerk - bovenklavier]
Wilgenpijp 8' (nieuw)
Bourdon 8'
Gemshoorn 4' (nieuw)
Nazard 2 2/3'
Zwegel 2' (nieuw)
Hobo 8' (nieuw)
Tremolo
[Pedaal]
Subbas 16'
Ged. Bas 8' (nieuw)
[Koppelingen]
Ped. + I
Ped. + II
I+II
I+II(16')
I+II(4')
[Speelhulpen]
Vrije combinatie (met deze knopjes kan je vooraf een registratie programmeren)
Autom. ped. (hiermee schakel je het voetwerk uit)
P. (vastgestelde registratie: "piano" (stil))
MF. (vastgestelde registratie: "mezzo forte" (half luid))
F. (vastgestelde registratie: "forte" (luid))
TT. (vastgestelde registratie: "tutti" (alle registers))
Oplosser (met deze toets verwijder je alle programmaties)
Vrije combinatie (hiermee schakel je de vooraf geprogrammeerde registratie in)
Tongw. af (het tongwerk (trompet & hobo) wordt uitgeschakeld)
Zwelpedaal Hiermee wordt de luiken van de zwelkast (bovenklavier)
geopend of gesloten.
VP-dispositie:
Op basis van het bewaard gebleven contract kunnen we de dispositie van Van Peteghem (1753) weergeven:
montre 8'
bourdon 8'
prestant 4'
flute 4'
octave 2'
tierce
larigo
nazar
cornet 5r.
fourniture 3r.
simbal 2r.
trompet bas 8'
trompet sup 8'
claeron bas 4'
sexquialtere sup
tremblant, rosignol ventille
Voordien was een eerste voorstel door Van Peteghem ingediend. Deze was bijna identiek aan het hierboven uitgevoerde contract. In het eerste voorstel werd nog een extra register (de Vox Humana) voorgesteld, en was een kromhoorn voorzien als diskant, in plaats van de Sexquialter.

Naar Vlaamse traditie bouwde Van Peteghem het orgel oorspronkelijk in de balustrade. Het is een van de weinige achtvoetskasten van Van Peteghem. De verlaging van de centrale toren is kenmerkend voor de 18de eeuw. De ornamentiek van dit meubel is uitgesproken rococo / Louis XV-stijl.

Naar Vlaamse traditie bouwde Van Peteghem het orgel oorspronkelijk in de balustrade. Het is een van de weinige achtvoetskasten van Van Peteghem. De verlaging van de centrale toren is kenmerkend voor de 18de eeuw. De ornamentiek van dit meubel is uitgesproken rococo / Louis XV-stijl.

Bemerk de geschilderde frontpijpen in de balustrade. Oorspronkelijk was hier het orgel in de balustrade ingebouwd.

Het pijpwerk in de torens heeft zonder uitzondering opgeworpen labia. Dit stijlkenmerk hield Pieter de eerste twee decennia van zijn loopbaan vol. Nadien zal enkel de middelste pijp van elke toren van een opgeworpen labium worden voorzien terwijl alle overige frontpijpen een spitsvormig bovenlabium krijgen.





Bemerk de micro in het orgel, om het orgel te versterken in de grote kerk. Een goedkope oplossing om het te kleine orgel wat meer 'fond' te geven. Het Van Peteghemorgel was namelijk oorspronkelijk gebouwd voor een kleinere kerk.



De pijpen die bediend worden door het bovenste klavier.







Bemerk de roerfluit links (deze kan je herkennen aan de stop met buisje of 'roer')


Wat je niet vanuit de kerk kan zien...



Literatuur:
POTVLIEGHE (Ghislain), Orgelmeubeltypes en hun ontwikkeling in het oeuvre der Van Peteghems. In: Vlaanderen, jg. 21, nov-dec 1972
VERMASSEN (S.), Kruishoutems orgelerfgoed: drie eeuwen orgelbouwkunst. In: Jaarboek 2023, Heem- en geschiedkundige kring Hultheim, Kruishoutem