top of page

Het Van Peteghemorgel in Semmerzake

Een eenmanualig viervoetsorgel uit de 18de eeuw

Orgelbouwer:   

               


Bouwjaar:            

 

Historiek:

 

Lambertus Benoit Van Peteghem
(volgens constructiekenmerken van pijpwerk en binnenwerk)

ca. 1790 (precieze bouwdatum niet bekend)

Plaatsing:

Het instrument was gebouwd voor de voormalige Sint-Pietersbandenkerk, waar het geplaatst was op een portaal en doksaal uit 1759

Bij de verbouwing en neogotisering van de kerk in ca. 1885-1895 werd het orgel naar de zijkant van het koorgedeelte verplaatst, in een akoestisch ongunstige nis.

Restauratie van het orgel in 1980-1982 waarbij het orgel werd overgeplaatst naar de westkant boven het portaal, met een schitterende uitklinkmogelijkheid.

 

Transformaties:

Na oorlogsbeschadiging in 1918 werd het orgel in 1923 door François Joris (Ronse) hersteld, maar jammer genoeg ook veranderd.  Hierbij verdwenen de nasard, de mixturen en de tongwerken en werden de hoogste koren van de Cornet uitgenomen.
De tierce werd veranderd in een montre 8 (wat Joris ook toepaste in het Van Peteghemorgel in Zingem). In de oude roosterboringen werden een paar strijkers ingevoegd, die het originele klankbeeld verstoorden.

 

 - Pagina in opbouw -

 

 

Restauratie:

1980-1982 door firma Verschueren orgelbouw (NL), ontwerp en leiding: Gabriël Loncke (Overmere)

Nieuwe registers: Nasard, Tierce (gedeeltelijk), Cornet, Fourniture, Cimbal, Trompette, Cromhoren
Ook de klaviatuur, de registertrekkers en de registeropschriften zijn nieuw, evenals de Rossignol, de Tremblant en de windvoorziening. 

Alle nieuwe delen zijn vervaardigd in de stijl van Lambertus Benoit Van Peteghem.  De restauratie betreft dus een reconstructie in de stijl van Van Peteghem.  

Klaviatuur:

Dispositie:   

                         

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Rugwandbespeling, éénklaviersorgel
Manuaal: C - f''' (54 toetsen)

Cornet 5 r. (vanaf cis')

Prestant 4 

Bourdon 8

Doublette 2

Fluyte 4

Nasard 3

Tierce 1 3/5

Fourniture 2r.

Cymbale 2r.

Trompette 8 bas & Trompette 8 sup. (2 registertrekkers)

Cromhoren 8 sup. & Claron bas 4 (samen met 1 registertrekker)

Tremblant

Rossignol et ventile

Toonhoogte: a = 415 Hertz

Temperatuur: oude temperatuur met enkele reine tertsen (gemodificeerde middentoon)

Orgelkast:

 

 

 

 

De kast, gespijkerd in alle delen, werd volledig hersteld.  Naar oude voorbeelden werden spijkers en sloten handgesmeed.

De prospectpijpen in het bovenste deel zijn oud, de stomme pijpen in het onderfront zijn nieuw.  Ook het medaillon en alle houtsnijwerk zijn nieuw vervaardigd.  Alle prospectpijpen werden met tinfolie belegd.

Literatuur:

 

 

 

 

  • Lannoo (L.), Peeters (P.), Orgeln in der alten Grafschaft Flandern, Merseburger, 1985, p.53

  • Fauconnier (A.) & Roose (P.), Orgels van Vlaanderen, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Bestuur Monumenten en Landschappen, 1991, p. 69-71

Discografie:

 

 

 

 

"Orgels van Vlaanderen", R. Gailly Internat. Prod., CD 88.801, Brussel 1987

bottom of page