top of page

Het de la Hayes-Van Peteghemorgel van Maarke

Een omgebouwd 18de eeuws instrument door Van Peteghem

Orgelbouwer:   

               
Bouwjaar:       

 

                  

 


Herstellingen:                  
                            
 

 

Restauratie:

Louis de la Hayes (1727) & Pierre-Charles Van Peteghem (1813)


1727 - 1813
18de eeuws instrument dat in de 19de en 20ste eeuw werd verbouwd
verdere werkzaamheden van Van Peteghem:  
1817, 1818, 1822, 1824 (nieuw register), 1832, 1856, 1877


1898: nieuwe blaasbalg door Fr. Joris uit Ronse
1913-1914: Mr. Godefroid uit Oudenaarde
1926: Daem uit Appelterre
1942: Godefroid
1975 en 1978: Paul Anneessens uit Menen

 

firma Lapon (2009)        

Gebruik en bespeling:

Het instrument wordt sinds de ontwijding van de kerk in 2013 nauwelijks nog bespeeld.
De kerk is momenteel herbestemd als gemeentelijk cultuurcentrum Marca.

Historiek:

Het orgel, afkomstig uit de St-Bartholomeuskerk van Geraardsbergen werd in 1806 aangekocht door Maarke.       

Jacobus Hubeau, smid te Nukerke (die later ook het orgel van Volkegem zal bouwen), repareert en stelt het instrument.

Dispositie:
(registertrekkers links en rechts van speeltafel)

Toestand voor de restauratie:

Cromhoorn sup (nieuw)

Trompette sup (VP)

Fourniture (4 rangen)

Nazard

Doublette

Prestant

Tremblant

Clairon bas (nieuw)

Trompette bas (VP)

Tierce

Flûte

Bourdon

Cornet

Rossignol

Toonhoogte na de restauratie: 405 Hz

Monter bas

Trompet

Violon bas

Fluit

Bourdon

Cornet

(Rossignol en ventile)

Monter des(sus)

Trompet

Fourniture (2 rangen)

Violon dessus

Double(t)

Prestant

(Tremblant)

Toonhoogte voor de restauratie: 425 Hz

De voetpedaaltjes om registers aan- en uit te schakelen zijn niet oorpsornkelijk.  Wellicht kunnen ze aan Hubeau toegewezn worden (niet aan Van Peteghem).

Orgelkast:

Statig traditioneel front met verhoogde middenpartij.  We zien een vijfdelige opbouw van spitse middentoren, holle tussenvelden en vlakke zijtorens.  De drie torens hebben elk vijf pijpen.  De pijpenvelden, alsook de torens hebben steeds een V-vormig labiumverloop.  De onderkast is ingesnoerd.
Opvallend zijn de spitse middentoren met aan de onderkant een gevleugeld engelenkopje, de holle golvende tussenvelden met draperieën als bovenblindering en de vlakke zijtorens bekroond met Ionische kapitelen.  

Traditiegetrouw wordt de middentoren bekroond door David met harp.  De vlakke urnen boven de zijtorens behoren al tot de 18de eeuwse vormentaal.  Opvallend is een classicistische tendens, waarbij de torens als zuilen worden vormgegeven.  Zo maken de kapiteelvormige torenkappen duidelijk dat de torens als pilasters moeten worden opgevat.

- Deze website wordt regelmatig bijgewerkt -

bottom of page