ORGELS in de Vlaamse Ardennen
Een ongekend maar boeiend patrimonium
Het Loretorgel van Moregem
Een orgel van Loret op een kantelpunt (1850) van traditie en vernieuwing:
een klassiek instrument met een blik naar het nieuwe geluid van de romantiek
Orgelbouwer:
Bouwjaar:
Voormalig orgel:
Historiek:
Restauratie:
Orgelkast:
Typering:
Francois-Bernard Loret-Vermeersch
1850 (contract bewaard, zie verder)
Charles Louis Van Houtte, 1849, 8 registers (bron: E. Gregoir, Historique de la facture et des facteurs d'orgue..., 1865)
Tijdens of kort na de Eerste Wereldoorlog verdween het kerkorgel van Moregem in tot op heden onopgeloste omstandigheden uit de kerk. Vanaf toen behielpen koor en organist zich met een harmonium.
In 2002 vond de pastoor van Moregem, Johan Van der Schueren, in Kalfort bij Puurs het huidige orgel, dat niet meer in de nieuw gebouwde kerk paste. Het stond oorspronkelijk in de oude bedevaartskerk Onze-Lieve-Vrouw Ten Traan van Kalfort. In 1854-56 werd een nieuwe neoromaanse centraalbouw op Grieks kruis gebouwd waarin het orgel werd overgeplaatst.
Na een hele plaatselijke rel werd dit gebouw in 1977 wegens bouwvalligheid gesloopt en vervangen door een modern gebouw in 1978-79.
Een tweede rel ontstond over het orgel. De nieuwe kerk was te laag en het orgel kon er niet meer in. Het zou worden verkocht. Na een hele strijd van een zekere heer Dehoux die persoonlijk bevriend was met bekend organist Jozef Sluis, is het orgel dan in Kalfort gebleven.
In april 1976 bezochten A. Fauconnier en P. Roose het orgel. Het orgel werd daarna gedemonteerd door de firma Aerts & Castrel. E. De Munck plaatste het orgel in de nieuwe kerk. Hierbij werd het bovenste schijnfront verwijderd, waardoor het net in de kerk paste.
Toen P. Roose en A. Fauconnier het orgel in 2002 opnieuw bezochten, was het buiten gebruik en onbespeelbaar.
Leuke anekdote van het orgel in Kalfort, voor de restauratie:
Aan de hand van de uitgesleten toetsen van het klavier kunnen we ons een beeld vormen hoe het instrument in het verleden werd bespeeld. Een zestal noten was totaal uitgesleten met beschadigd beenbeleg. De overige toetsen van het klavier waren nagelnieuw.
Sinds 2005 staat het orgel in de kerk van Moregem.
(met dank aan organist Dirk Andries en Patrick Roose voor de aanvullingen)
In 2005 maakte orgelbouwer Jean Bruggeman uit Kortrijk het orgel opnieuw bespeelbaar. Volgens orgelbouwer Bruggeman is het niet zijn bedrijf, maar wellicht Bertrand Couvreur van Doornik die de overplaatsing deed. Omdat de kostprijzen niet volgens de aangekondigde beloften waren, zou de parochie naar Doornik gegaan zijn om het orgel te "recupereren". Het orgel stond volgens Bruggeman in een "kotje" achter de kerk van Moregem in een erbarmelijke toestand. De windvoorziening ontbrak, maar de windlade, mechaniek en een groot deel van de pijpen (ca. 80%) waren nog aanwezig.
Bruggeman heeft in zijn werkplaats in Marke gezocht naar een manier om het orgel terug op te stellen, zonder dat het opgevat werd als een echte restauratie in de zin van 'reconstructie'.
Zo werden ontbrekende pijpen van Loret uit 1850 vervangen door nieuwe of tweedehands pijpwerk.
De frontpijpen werden vervangen door nieuwe, vervaardigd door pijpenbouwer Alex Bellemans. Voordien stonden er een soort halfronde geschilderde latten in de vorm van een orgelpijp.
De huidige baspijpen van de montre staan op een pneumatische lade. Deze zijn afkomstig uit het orgel van Haversin bij Rochefort, een instrument van orgelbouwer Kerckhoff uit Brussel.
Bij de restauratie werd een aangehangen pedaal toegevoegd. Dit voetklavier, inclusief wellenbord, alsook de blaasbalg is eveneens afkomstig van het orgel van Haversin.
Bij de werkzaamheden verdwenen de twee originele voetpedaaltjes, waarbij een deel van de registers kon worden aan- of uitgeschakeld, om op een vlotte manier zachter of sterker te spelen, handig voor de afwisseling van voor- en samenzang. Wanneer het ene pedaaltje werd ingedrukt, wipte het andere naar omhoog en omgekeerd.
Organist Dirk Andries uit Puurs meent zich te herinneren dat alle registers tot en met fluit 4' meespeelden (als ze getrokken waren) bij het ene pedaaltje. De overige getrokken registers (vanaf Prestant 4') speelden enkel als het andere pedaaltje werd ingedrukt. Bruggeman verwijderde deze Loret-mechaniek wegens niet betrouwbaar.
In de moderne kerk van Kalfort was de Clairon 4' geblokkeerd.
Het meubel oogt vrij uniek en doet omwille van zijn brede vlakke pijpenvelden en kroonwerkje ook wel denken aan enkele Spaanse invloeden. Het wijkt af van de meest voorkomende orgelkasten in onze streken waarbij de typische torens en tussenvelden het vaak voor het zeggen hebben.
Deze kast bestaat uit drie componenten: een uitermate breed middenveld, geflankeerd door twee iets lagere en smallere zijvelden die schuin aflopen. Het brede middenveld mist wat elegantie, ware het niet dat Loret op artistieke wijze het orgelmeubel wist te verslanken door boven het middenveld een schijnkroonwerkje te laten prijken. Daarnaast krijgt het meubel nog meer elegantie en beweging door het lijnenspel van het sculptuurwerk onder en bovenaan de zijvelden, alsook onderaan het middenveld. Contrasterend hiermee blijven de pijpenvelden zelf vlak.
De dispositie en de unieke vorm van de trompetten zorgen reeds voor een romantische klank, al blijven heel wat registers schatplichtig aan de traditie, waardoor het orgel getypeerd kan worden als classicistisch-romantische stijl.
Het eenmanualige orgel haalt zijn kleur en diversiteit uit de verschillende bas- en diskantregisters. Zo creëert de orgelbouwer met beperkte middelen een kleurrijk klankenpalet, waardoor de indruk van een tweemanualig instrument kan gewekt worden. Oorspronkelijk waren daar nog de twee bovengenoemde voetpedaaltjes bij die deze indruk alleen maar meer konden wekken. Hieruit blijkt nogmaals de inventiviteit van orgelbouwer Loret.
Het zoeken naar meer grondtonigheid door o.a. verschillende achtvoetsregisters te disponeren en het ontbreken van hoogliggende mixturen, leidt de nieuwe stijl van de romantiek reeds in. Het is een mooi voorbeeld van de overgang van de oude naar de nieuwe stijl: het afscheid aan het late rococo naar de vroege romantiek.
Van orgelbouwer Fr. Loret vinden we in de streek een iets ouder instrument in het Zwalmse Sint-Blasius-Boekel.
Klaviatuur:
zijwandbespeling
(vanuit de kerk bekeken aan de rechterzijwand van de kast)
In de 19de eeuw wordt de praktijk van de zijkantbespeling favoriet, mede omdat de organist zo een goed contact heeft met het gebeuren van de viering.
Hierdoor hangen de registertrekkers op een horizontale rij. In dit geval hangen ze niet vlak boven het klavier, maar hoger, boven de lessenaar.
Het orgel bevat één manuaal met 54 toetsen en een aangehangen pedaal.
Bemerk ook het schijnfrontje bovenaan op de kast dat niet meer paste in de nieuwe kerk van Kalfort
vernieuwde frontpijpen
Een vrij unieke orgelkast die bijna 'Spaans' oogt
De klaviatuur van het orgel zoals het orgel er bij stond op zijn laatste momenten in Kalfort: reeds buiten gebruik en onbespeelbaar. De originele voetpedaaltjes zijn nog aanwezig. Die zouden bij de restauratie nadien jammer genoeg verdwijnen, met weinig respect voor de oorspronkelijke orgelbouwer. (foto: Patrick Roose, 2002)
Vooraan de tongwerken
Sinds de restauratie met aangehangen pedaal. Nog steeds vallen de overgebleven gaten op te merken waar vroeger de voettredes zaten waarmee enkele registers in- en uitgeschakeld konden worden.
Dispositie:
(registertrekkers op een rij boven de partituurhouder, van links naar rechts)
Fluit 8 Bas
Fluit 8 Dis
Gamba 8 Bas
Gamba 8 Dis
Montre 8 Dis
Bourdon 8
Fluit 4
Prestant 4
Nazaard 2 2/3
Flageolet 2
Cornet III
Trompet 8 Bas
Trompet 8 Dis
Claroen 4
A = ca. 448,5 Hz
Diapason:
Gebruik:
Het instrument wordt sinds de zomer van 2014 niet meer gebruikt voor wekelijkse weekendliturgie.
In de praktijk betekent het dat dit instrument zo goed als niet meer wordt bespeeld. Dat is uiteraard zeer jammer en zelfs onbegrijpelijk, zeker als je weet dat het orgel in 2002 onbespeelbaar was, en enkele jaren later bespeelbaar werd gemaakt voor de overplaatsing naar Moregem.
Literatuur:
Over dit specifieke orgel in Moregem verscheen een artikel in het heemkundig tijdschrift van Wortegem-Petegem:
-
Vermassen (Sven), Orgelerfgoed (2): Moregem, in: Bouveloo, heemkundige Kring Wortegem-Petegem, jg. 11, 2018, nr. 2, pp. 1143-1148
Een recent verschenen boek van Ghislain Potvlieghe handelt over de orgels in het Pajottenland. Daar zijn nog enkele instrumenten van Loret bewaard gebleven. Het is een zeer interessant boek waarin je over de orgelbouwer Loret en zijn orgels heel wat te weten komt, en dit alles in een zeer doorleefde en kritische beschrijving met enorm veel respect voor het erfgoed.
-
Potvlieghe (Ghislain), Orgels in Pajottenland. Vergeten meesterwerken. Heemkundige Kring van Gooik en uitgeverij De Draak, 2016, 324 blz.
In Nederland zijn meer orgels van Fr. Loret geconserveerd dan in België en krijgt Loret de eer die hem toekomt in een boek dat werd samengesteld door acht professionele organografen en vijf organisten:
-
van der Ros (Wim) e.a., De orgelmakers Loret en hun orgels in Nederland, Veldhoven: Vereniging Brabantse Orgelfederatie, 2011
Contract tussen Fr. Loret (Mechelen) en het kerkbestuur van Puurs-Kalfort voor de levering van een nieuw orgel; 14 jan. 1850
(met dank aan Patrick Roose, die ons deze uitgetypte tekst bezorgde)
Nota: De in art. 13 genoemde "Canonik Scheppers" is priester Victor Scheppers, die in 1839 te Mechelen de Broeders van O.-L.-Vrouw van Barmhartigheid gesticht had, een onderwijscongregatie. Hiermee weten we dus dat Loret ook voor het Scheppersinstituut een orgel maakte.
Kerkarchief Kalfort (bewaard in Pastorij Kalfort);
losbladig document.
Contract tot het vervaerdigen van een nieuw Orgel voor de Kapel van Calfort aengegaen tusschen het Kerkbestier der voernoemde Kapel, en den Heer Franciscus Loret-Vermeersch Orgel-fabrikant te Mechelen. Dit nieuw orgel zullende moeten bevatten de volgende Registers of Stemmen:
1. Bourdon . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 voet
2. Montre (Sup.) . . . . . . . . . . . . . . 8 "
3. Praestant . . . . . . . . . . . . . . . . 4 "
4. Fluit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 "
5. Violoncelle (Sup.) ouvert . . . . . . . . 8 "
6. Violoncelle (Bas) ouvert . . . . . . . . 8 "
7. Flageolet . . . . . . . . . . . . . . . . 2 "
8. Cornette ten minsten 3 Sterk . . . .
9. Quintadene . . . . . . . . . . . . . . . 3 "
10. Harmonica . . . . . . . . . . . . . . . 8 "
11. Flute ouverte (Sup.) . . . . . . . . . . 8 "
12. Flute (Bas) ouvert . . . . . . . . . . . 8 "
13. Trompette (Bas) . . . . . . . . . . . . 8 "
14. Trompette (Sup) . . . . . . . . . . . . 8 "
Koppeling (volgens de Voorwaerden Art: 7)
Voorwaerden.
Art. 1. - Het buffet of Kas der Orgel zal moeten zyn volgens het plan onderteekend door den Eerw. Heer Proost van Kalfort, en gemaekt van fyn eiken hout.
Art. 2 - Alle de pypen geplaetst in de façade der Orgel zullen moeten vervaerdigd worden van fyn engelsch tin, en gepoliert als zilver, derzelver monden zullen naer behooren moeten verguld zyn, daer en boven zullen er ten minsten vyf van moeten spreken, de overige zullen volgens verkiezing van den Facteur geheel of gedeeltelyk nogtans naer den eisch met fyn engelsch tin mogen belegd worden.
Art. 3 - De windladen of secreet zullen moeten gemaekt zyn van het fynste eikenhout, geheel aen elkander gevoegd met vyzen, en bewerkt met koper in plaets van yzer.
Art. 4 - De abrégés of mekaniek verleggingen der klavieren zullen moeten zyn van fyn eikenhout, van welke de natuerlyke toonen zullen moeten beleyd zyn met yvoor, en de dièzen of halve toonen met zwart ebbenhout, fyn en wel gevrocht. - - -
Art. 5. Den blaesbalk à réservoir zal zyn van eiken hout, echt en sterk, en voorzien zyn van vier windpompen, zoodanig dat als er eene kwam te mankeren, er nog drie overig zyn om den balk van den noodigen wind te voorzien; dezen balk zal ook nog hebben eene Sous-pape of windlosser Dezen blaesbalk zal worden in beweging gebragt door eenen yzeren drayer, geplaetst agter het Orgel, zoo als aen Art. 14 zal gezeyd worden.
Art. 6. De uitgestrektheid van het klavier zal zyn van 4 1/2 Octaef, teweten van Ut bas tot Fa naturel van boven. Dit klavier zal voorzien zyn van een behoorlyk deksel, gemaekt van fyn eiken hout.
Art. 7. Daer zal onder het klavier eene voetkoppeling zyn die, als dezelve wordt nedergestoten, alleen de jeu de fonds of grond registers geluid geven, & dezelve opgelaten wordende, het volle Orgel of grand-Jeu gehoord wordt.
Art. 8. De zoldering van het Orgel zal moeten zyn van fyn eiken hout, zoodanig gesloten, dat niet het minste stof er zal kunnen doordringen.
Art. 9. De pypen op de windlade geplaetst zullen moeten vervaerdigd zyn van eene mengeling van engelsch tin met lood, in evenredigheid en volgens dat de Kunst het vereischt; nogtans
Art. 10. De houte pypen van den Bourdon Bas enz. zullen moeten zyn van het fynste eiken hout, waervan de embouchuren zullen zyn ingelegd en afgesloten, om de ongeregelde ontsnapping van wind te beletten; dezelve toegemaekt met vyzen.
Art. 11. De trekkers of Registers zullen zyn van fyn eiken hout, welkers eindens zullen versierd zyn met zwarte blinkende knopen, boven dezelve de namen der Registers ged in vergulde letters gedrukt staende.
Art. 12. De staven der Registers zullen zyn van sterk eiken hout, en derzelver afleiders aen het secreet van yzer. Den Lessenaer langs door van eikenhout.
Art. 13. Er zal aen geheel het Orgel geen eene oude pyp, noch in het algemeen niet eene materiael mogen gebezigd worden, die aen een ander Orgel gediend hebben, maer alles zal moeten zyn nieuw, echt en sterk, in de form en op de manier van het orgel door den zelven Facteur voor den Eerw. Heer Canonik Scheppers onlangs vervaardigd; daerom zal 3 weken voor dat hetzelve geplaetst wordt, dit nieuw orgel by den Facteur aen huis stuk voor stuk mogen worden geëxamineerd, welk onderzoek ook zal geschieden, wanneer hetzelve te Calfort zal zyn aengekomen, dit alles nogtans door onpartydige deskundigen.
Art. 14. Den Facteur zal het Orgel moeten plaetsen in de Kapel te Calfort, zoodanig, dat den Organist zal zitten bezyden van het Orgel-Buffet met den linken arm naer den Autaer, en met den regten naer de venster van de zael, en den Blazer aen de overgestelde zyde, zoodanig dezen ook den Autaer zal kunnen zien, en dat er nog genoegzame plaets overblyve voor de choristen om met gemak te kunnen passeeren naer den kant waer den Organist geplaetst is.
Art. 15. Den blaesbalk à réservoir zal moeten geplaetst zyn onder in het Buffet der Orgel.
Art. 16. Dit nieuwe orgel zal in de Kapel van Calfort moeten zyn geplaetst en bespeelbaer op den 31en Meert van dit Jaer 1850. Het vervoer en placeeren derzelve zyn ten kosten van den Facteur; de logementen der werklieden ten kosten van het Kerkbestier van Calfort.
Art. 17. Den ondergeteekenden Facteur zal geheel zyn leven moeten borg blyven, en instaen voor alles wat er door zich zelven aen dit Orgel zoude kunnen komen te mankeeren, zoo nogtans dat aen hem jaerlyks zal worden betaeld de somme van 15 franks voor het tweemael te accoord stellen en onderhouden derzelve 's jaers.
Art. 18. Voor dit Orgel zal aen den Facteur door het Kerkfabriek van Calfort in vier payementen moeten betaeld worden de somme van twee duijzend en vyf honderd francs, te weten het eerste payement van twaelf honderd francs, aenstonds naer het plaetsen der Orgel, als hetzelve zal zyn geëxamineerd en goedgekeurd door onpartydige deskundigen. Het tweede payement van vyfhonderd francs een jaer naer datum. Het derde payement van vier honderd en zeven en zeventig francs, wederom een jaer naer het tweede payement, te weten in 1852; en eindelyk het vierde en laetste payement in 1853, zullende bedragen de somme van driehonderd en drie en twintig francs. Van alle payementen zal den Facteur eene behoorlyke Quittantie afleveren. Daerenboven zal de oude Orgel staende in de voornoemde Kapel van Calfort, by het plaetsen der nieuwe aen den Facteur gratis worden ter hand gesteld.
Aldus wederzyds overeengekomen en onder dobbel gesloten, en door de ondergeteekende den Zeer Eerweerden Heer F.J. Vanheymbeeck, Rector der Kapel van Onze Lieve Vrouwe te Calfort als hiertoe gemagtigd door het Kerkfabriek der voornoemde Kapel; en den Heere Franciscus Loret-Vermeersch Orgelfabrikant te Mechelen goedgekeurd en aengenomen.
Gedaen te Calfort den veertienden Januarij van het Jaer achttien honderd en vyftig.
F"J" Vanheymbeek Rector
F. Loret Vermeersch