top of page

Het orgel van Sint-Maria-Horebeke

Het jongere broertje van Kornelis
Een orgel uit het hoogtepunt van de belangrijkste Vlaamse orgelbouwers uit de 18de eeuw

Bouwer: 
vader Pieter en zoon Lambert Benoit Van Petegem

Bouwjaar:  1784

    

Transformaties en huidige toestand:

    

Het orgel werd aangepast in 1853 door Merklin en Schütze en kende in 1931 door Mahauden een totale ombouw naar romantisch concept (met pneumatische aandrijving en zwelkast).  Hierbij is heel wat Van Petegemmateriaal verloren gegaan.

Het orgel is momenteel niet meer bespeelbaar.

Een dossier tot restauratie werd opgestart rond 2010 en ingediend bij de overheid.  In 2023 zouden de werkzaamheden van start gaan.

Belang van dit orgel:

Het oorspronkelijke orgel dateert uit het hoogtepunt (1776-1787) in de productie van het Gentse Van Petegematelier.  Men kan de Van Petegems beschouwen als de belangrijkste orgelbouwers van de Zuidelijke Nederlanden in de 18de eeuw en de eerste helft van de 19de eeuw, zowel op kwalitatief als kwantitatief vlak.  Vader, zoons en knechten werkten samen in het atelier.  Het orgel in Sint-Maria-Horebeke is één van de weinige orgels met twee kasten, en behoort tot de minder frequent voorkomende orgels met twee klavieren (het tweede klavier bij de bouw gereserveerd, dus nog niet uitgevoerd).  Een groot aantal Van Petegemorgels hebben slechts één klavier.  De orgelkasten van het orgel in Horebeke zijn voorzien van een rijkelijke en zeer fijne decoratie in Louis XVI-stijl.  De instrumenten die het atelier van deze orgelbouwersfamilie verlieten blijken steeds van een hoog niveau.  Het klankbeeld van deze instrumenten laat zich kenmerken als elegant, helder en fel maar verfijnd, met ontelbare kleurmogelijkheden.  De vormgeving en opbouw van hun instrumenten is zeer gevarieerd en origineel.

De tweedelige orgelkast.
(speeltafel aan linkerkant)

Zicht op de kerk bekeken van op het doksaal.

Oorspronkelijke dispositie:
(Van Peteghem, volgens contract 1782)

 

Groot Orgel:

Prestant 4'
Bourdon 8'

Flûte 4'

Doublet 2'

Cornet V

Nazart 3'

Tierce (1 3/5')

Quarte, de Naz (2')

Fourniture II

Cimbal II

Trompet 8'/bas

Trompet 8'/sup

Clairon 4'/bas

Cromhorn 8/sup

Tramblant

Rossignol & Ventile

 

Positief:

gereserveerd; de frontpijpen evenwel reeds te plaatsen

Dispositie in 1853
(Merklin&Schütze)

 

Monter 8' (nieuw)

Viola da gamba 8' (nieuw)

Prestant 4'
Bourdon 8'

Flûte 4'

Doublet 2'

Cornet V

Nazart 3'

Fourniture II

Trompet 8'/bas

Trompet 8'/sup

 

Omdat er twee romantische achtvoetsregisters worden toegevoegd, verdwijnen enkele Van Peteghemregisters.

 

Bij deze ombouw wordt de windlade vergroot en het klavier uitgebreid van 53 tot 56 toetsen.  Er komt ook een Duits pedaal van 25 toetsen.

 

 

 

Huidige dispositie:
(Mahauden, 1931)

 

Groot Orgel:

Bourdon 8'          (VP)

Prestant 4'

Montre 8'

 

Reciet:

Gambe 8'

Voix Céleste 8'

Fluit 4'                  (VP)

Trompet 8'          (VP)

Hautbois 4'

Mélophone 8'

 

Pedaal:

Sous-basse 16'

Fluit 8'

Niet sprekend front,
bestaande uit beschilderde houten modelpijpen

Orgelkast aan de zijde van de speeltafel

Orgelkast aan de zijde van de speeltafel

Huidige toestand:

 

Van het oorspronkelijke Van Peteghemorgel zijn nu nog de orgelkasten en enkele pijpenreeksen bewaard (hierboven aangeduid met VP).

 

- Bespeelbaarheid:

onbespeelbaar

 

- Gebruik:

reeds tientallen jaren buiten gebruik (wellicht sinds jaren '80)

 

- Onderhoud:

geen
instrument in verval (pijpwerk in verval, orgelventilator versleten, ...)

 


 

Een kijkje in de rechterkast:
enkele scheefgezakte pijpen liggen op de blaasbalg.

Detail van de linkerorgelkast aan zijde van de speeltafel

Detail van de rechterorgelkast

Het orgel van Sint-Maria-Horebeke behoort tot het gedeelde orgeltype (= twee kasten), een principe dat de Van Peteghems graag toepasten.  Soms staan de fronten op eenzelfde frontlijn of (schuin) tegenover elkaar.  In dit geval betreft het twee meubels die tegenover elkaar staan.  De kast in Sint-Maria-Horebeke werd vervaardigd door Francis Lambert uit Oudenaarde.
Met deze innovatie stapt Van Peteghem af van een centrale opstelling van het orgel en van de klaviatuur.  Pieter Van Peteghem leerde het gedeelde orgelkasttype kennen bij zijn leermeester J.-B. Forceville (1706: Brussel en 1726: Antwerpen), maar toen was de tijd nog niet rijp om het met succes te verwezenlijken.
Voor zover bekend verwezenlijkte Pieter Van Peteghem het gedeelde type voor het eerst in de Boudelo-abdij van Gent in 1764.  
Enkele jaren later, in 1767, paste hij deze opstelling toe in Oudegem (Dendermonde).  In 1771 werd een orgel met twee kasten geplaatst in de O.-L.-Vrouwkerk van Kortrijk. Ook in 1772 werd in de Sint-Jacobskerk van Gent een orgel van het gedeelde type opgeleverd, zij het dat het positief niet als rugwerk uitgevoerd is, maar tussen de twee kasten van het Groot Orgel opgesteld staat.
Deze instrumenten moeten als model gediend hebben voor het orgel van 1774 in Nokere, door Pieter en zijn zoon Lambertus Benoit.  Later zou ook Zele in 1777 en Gijzegem (Aalst) volgen in 1780.   Dit laatste instrument werd recent nog gerestaureerd van 2011 tot 2013 door Joris Potvlieghe.  In 1784 plaatsten Pieter en Lambert ook het orgel van Sint-Maria-Horebeke in een gedeelde orgelkast.  
Zoon Lambert plaatste in 1787 ook in Wannegem (Kruisem) een orgel met twee kasten.

De orgelkasten zijn voorzien van een rijkelijke en zeer fijne decoratie in Louis XVI-stijl.  Dit sluit mooi aan bij het interieur van de kerk.  We zien heel wat blinderingssnijwerk in de bovenkanten van de pijpenvelden, alsook bij de torens.  Verder heel wat bloemmotieven.  Ook de dynamische bovenlijsten zijn sterk gedecoreerd.  De torenkappen zijn voorzien van kleine tandlijsten, alsook van voluutvormige consoles.  

Orgelkast:

 

- Deze website wordt regelmatig bijgewerkt -

bottom of page