top of page

Het orgel van O.-L.-Vrouw van Pamele

Een Schyvenorgel ter vervanging van een voormalig Van Peteghemorgel

Orgelbouwer:   

              

 


Bouwjaar:       

 

Orgelkast:

 

 

Huidige toestand:

 

Voorgeschiedenis:

Fa. Schyven
naamplaatje in hout nog steeds ingewerkt op speeltafel: 
'Pierre Schyven & Cie Bruxelles'

 

ca. 1886

 

eenvoudig buffet in neogotische stijl met twee torens en een middenveld.  De frontpijpen spreken niet, een typisch kenmerk van de orgels van Pierre Schyven.
ontwerp: A. Van Assche, uitvoering door J. Vossaert-Blanchard

 

bespeelbaar

Tot 1886 stond er een Van Peteghemorgel (Pieter en Lambert-Benoit) uit 1776-1778.  Het instrument zou oorspronkelijk twee klavieren gehad hebben (zoals nu nog) en werd uitgebouwd als een balustradeorgel.

Uit briefwisselingen van 1776 met orgelbouwer Pieter Van Peteghem vernemen we nog iets meer over het voormalige orgel, vóór dat van van Peteghem.
Het voormalige orgel van Pamele werd door Van Peteghem 
verhuisd naar de kapel van Kesselare en het oude orgel van Sint-Jacobs in Gent zou in de kerk van Pamele gebracht worden.  Blijkbaar was men niet tevreden over het Gentse orgel, want het orgel werd door Van Peteghem opnieuw overgenomen en Van Peteghem bouwde een nieuw instrument voor Pamele (definitief contract: 21 maart 1777). 


In 1886 werd het orgel aangekocht door Michelbeke (Brakel), waar het nu nog steeds staat. 
'Het orgel werd uit de Pamelekerk verwijderd naar aanleiding van de restauratie van de kerk, daar het omwille van de neogotische aankleding van de kerk niet meer paste inzake eenheid en stijl.  De toen op gang gekomen smaakverandering had zijn voedingsbodem gevonden in de Romantiek, dewelke in nagenoeg alle aspecten van de cultuurbeleving gebrandmerkt stond.'  (Antoine Tronquo) 

Gebruik:

 

 

Het instrument wordt sinds de herschikking van de misvieringen in januari 2014 niet meer gebruikt voor wekelijkse weekendliturgie.  In de praktijk betekent het dat dit  instrument zo goed als niet meer wordt bespeeld.  
 

Typering:

 

 

 

 

 

In de streek van de Vlaamse Ardennen vinden we weinig instrumenten van de symfonische-orkestrale romantische stijl.  Vaak bleven de romantische instrumenten in de streek eerder in een classicistisch romantisch concept, dat verderbouwde op de tradities.  Het is pas vanaf het einde van de 19de eeuw dat we in onze streken instrumenten kunnen karakteriseren als hoog-romantisch of orkestraal-romantisch.  Ze kenmerken zich o.m. door technische innovaties als het pneumatisch stelsel, alsook brede, strijkende grondstemmen, complete strijkerskoren, inclusief de Voix céleste, ronde tongwerken, pijpwerk met expressions, zwelkasten en soms combinatietreden.

De vlag van de Belgische hoogromantiek werd gedragen door Pierre Schyven, waarvan er vier instrumenten in onze streek te vinden zijn, namelijk dit in de kerk van Pamele, het instrument in de kerk van Huise (Zingem), de Sint-Hermeskerk in Ronse en een kleiner instrument in RVT De Linde in Ronse.

Dit Schyven-instrument is een mooi voorbeeld van de 19de-eeuwse Brusselse school in de romantiek.  Schyven ontwikkelde een eigen stijl gebaseerd op een Frans-symfonisch concept met Duitse invloeden.

Tractuur:

 

mechanische tractuur

Het pijpwerk van manualen en pedaal bevindt zich op één windlade.  Het volledige instrument is ingebouwd in een zwelkast.

 

Klaviatuur:

 

zijwandbespeling 
(vanuit de kerk bekeken aan de rechterzijwand van de kast)

In de 19de eeuw wordt de praktijk van de zijkantbespeling favoriet, mede omdat de organist zo een goed contact heeft met het gebeuren van de viering.

gedeeltelijk vernieuwde speeltafel
2 manualen en pedaal, 18 registers

(Eigenlijk bezit het orgel geen 18 registers.  Zo is de Montre 8' afgeleid uit de Montre 16', de Bourdon 16' uit de Soubasse 16' en de Clairon 4' uit de Trompette 8')

 

Dispositie:

 

 

 

 

 

Dispositie volgens de registertrekkers op twee horizontale rijen boven het klavier, van links naar rechts:

 

[Bovenste rij: Récit + Pédale]

 

Récit (bovenklavier):

Basson hautbois 8', Doublette 2', Dolce 4', Flûte harm 4',
Voix Celeste 8', Dolciana 8', Flûte harm 8'

 

Pédale:

Octavbasse 16', Soubasse 16'

 

[Onderste rij: Grand Orgue]

 

Grand Orgue (onderklavier):

Clairon 4', Trompette 8', Fourniture 3r., Prestant 4',

Gambe 8', Bourdon 8', Montre 8', Montre 16', Bourdon 16'

 

[Koppelingen: voettredes met vernieuwde naamplaatjes]

P+I

P+II

I+II

Tongen

"Boîte expressive" (voettrede voor bediening zwelkast)

Tremelo

Diapason:

 

 

 

 

 

A = ca. 432 Hz

 

 

 

 

- Deze website wordt regelmatig bijgewerkt -

bottom of page