ORGELS in de Vlaamse Ardennen
Een ongekend maar boeiend patrimonium
Orgelerfgoed in de Vlaamse Ardennen per eeuw
In dit onderdeel worden enkel de orgels vermeld waarover reeds een pagina werd gemaakt.
- Deze website wordt regelmatig bijgewerkt -
Op deze pagina vind je alle instrumenten terug waarvan een pagina op deze website beschikbaar is, chronologisch gerangschikt per eeuw. Klik op de onderlijnde plaatsnamen of op de foto van het orgel om naar de pagina van het instrument te gaan.
Zoek je liever via orgelbouwer, ga dan naar deze pagina.
17de eeuw
Orgelerfgoed uit de 17de eeuw is vrij zeldzaam. Uitzonderlijk genoeg zijn er in de Vlaamse Ardennen toch enkele 17de eeuwse orgelrelicten bewaard gebleven.
In Elsegem en Eine vinden we overblijfselen van een 17de eeuwse orgelkast. De instrumenten zelf zijn evenwel 20ste eeuws, allebei vernieuwd door Anneessens.
In Kerkem is naast een oude orgelkast uitzonderlijk genoeg ook het instrument zelf nog in grote mate zeer oud, al werden in de loop van de tijd ook enkele aanpassingen doorgevoerd die van weinig muzikale smaak of logische opbouw in de dispositie getuigen.
In Etikhove staat een orgel dat vermoedelijk ook teruggaat op de 17de eeuw. Wellicht is zelfs slechts een heel klein gedeelte (waaronder de trompet) van Van Peteghem uit 1786 en is het orgel nog grotendeels 17de-eeuws.
In Mullem vinden we een orgel met het jaartal '1768' op de orgelkast. Toch is het een oudere orgelkast met houtsnijwerk in 17de-eeuwse renaissancestijl. Ondanks een drastische 20ste-eeuwse verbouwing bleef het front bewaard, samen met nog een tweetal oude registers uit de 17de eeuw.
Van de vijf orgelkasten is die van Eine het meest uitbundig geornamenteerd. Deze orgelkast bevat drie ronde torens, waarvan een verhoogde middentoren. Ook de orgelkast van Etikhove is vijfdelig met een verhoogde middentoren en twee zijtorens.
De orgelkast van Elsegem behoort tot het trapvormige kastype met één ronde toren en vlakke zijvelden. Ook de orgelkast van Mullem is van het trapvormige kastype met één ronde toren. Wellicht werd de orgelkast later verhoogd met krulmotievenpanelen aan weerskanten van de middentoren.
De kast van Kerkem is met zijn gesloten brede golvende bovenlijst een vrij unieke verschijning. De kap van de spitse middentoren ligt in één lijn met de bovenlijsten van de vlakke zijvelden.
Verder hebben we nog een interessante historische foto van het voormalige hoofdorgel in de Walburgakerk van Oudenaarde, waarin we een orgelkast herkennen die teruggaat naar de 17de eeuw.
Elsegem
Anneessens 1938
orgelkast ca. 1650
Etikhove
oorspr. ca. 1685
VP rond 1786
Eine
Anneessens 1943
verbouwde 17de-eeuwse orgelkast
Mullem
17de eeuw
anoniem
verbouwd 1951
Kerkem
onbekend
17de eeuw
Walburgakerk Oudenaarde
ca. 1629
18de eeuw
Het valt op dat de 18de-eeuwse instrumenten nog het meest talrijk zijn in de kleinere gemeentes (zoals Kruishoutem, Horebeke en Maarkedal). In de grotere steden werden de oude 18de eeuwse orgels al snel getransformeerd naar nieuwe tijdsgebonden smaken of werden ze vervangen door een nieuw instrument.
Meteen valt ook op dat in de 18de eeuw andere orgelkasttypes ontstaan: orgelkasten zonder middentoren, en zelfs gedeelde orgelkasten.
Uit het begin van de 18de eeuw dateren de instrumenten van Gilliam Davit, Corneille Cacheux en Louis II de la Hayes. Deze drie instrumenten zijn evenwel pas later in de streek terecht gekomen. Van deze orgelbouwers zijn in het algemeen nog weinig overgebleven instrumenten.
1715-1720 Hemiksem - 1779-1794 Velzeke (Zottegem), Gilliam Davit
1720-1738 (?): Lozer (Kruishoutem), Cacheux
1727: Maarke (Maarkedal), Louis II de la Hayes
De 18de eeuw wordt verder voornamelijk vertegenwoordigd door het veelzijdige
'Vlaamse orgel-rococo' van de Van Peteghems. De veelzijdigheid blijkt al uit de verschillende types orgelkasten op de foto's hiernaast. Deze orgelbouwersfamilie was vier generaties lang actief en heeft de orgelbouw in de Zuidelijke Nederlanden sterk beïnvloed. Van de 18de-eeuwse Van Peteghemorgels in de regio van de Vlaamse Ardennen zijn voornamelijk het orgel van Etikhove (met gebruikmaking van 17de-eeuws materiaal) en het orgel van Zingem nog grotendeels origineel.
1741: Ouwegem (sinds ca. 1867 in Outrijve (Avelgem))
1753: Kruishoutem
1767: Zingem
ca. 1770: Ename (Oudenaarde) (verdwenen)
1774: Nokere (Kruishoutem)
1776-1778: Pamele (Oudenaarde) (nu in Michelbeke)
1777: Sint-Kornelis-Horebeke
1780: Zottegem (nu enkel nog gedeelte van het doksaal en front van rugpositief)
1784: Sint-Maria-Horebeke
1786: Etikhove (Maarkedal)
1787: Wannegem
1788: Elene (Zottegem)
1790: Semmerzake (Gavere)
Etikhove
VP rond 1786
Velzeke
Davit, 1715-20
Lozer
tussen 1720-1738 (?)
Maarke
Louis de la Hayes, 1727
Kruishoutem
VP 1753-54
St-Korn.-Horebeke
V. Peteghem, c1777
Zingem
VP 1767
Sint-Maria-Horebeke
Van Peteghem, 1784
Nokere
VP 1774
Dekenale kerk Zottegem
Van Peteghem, 1784
Elene
LB. VP 1788
Semmerzake
Van Peteghem 1790
19de eeuw
Handel in oude orgels
Sinds de afschaffing van heel wat kloosters onder keizer Jozef II (1781) en de sluiting van kloosters (1795) en kerken (1797) in nasleep van de Franse revolutie, was ook voor orgelbouwers een onzekere periode aangebroken. Tussen 1790 en 1840 werden tal van oude orgels uit opgeheven kloosters verhandeld en verplaatst. Ook werden sommige oude orgels uit kerken verkocht om er plaats te maken voor een groter nieuwbouwinstrument in de nieuwere stijl van de romantiek.
Tussen traditie en vernieuwing: postrococo, classicisme, romantiek
In de 19de eeuw zijn er heel wat orgelbouwers die verder werken in de geest van de Van Peteghems in een postrococo-stijl (ook wel 'laat-rococo' genoemd). Ook zijzelf blijven werkzaam tot ongeveer de helft van de 19de eeuw. Toch wordt stilaan ook gezocht naar een nieuw grondtonig en romantisch klankpalet, maar blijven heel wat orgelbouwers vrij traditioneel verder orgels bouwen in wat we tegenwoordig een classicistische stijl noemen. Tal van orgelmakers creëerden een eigen versie van het classicisme, mede beïnvloed door de opbloei van de katholieke kerkkoren vanaf 1800. Iedere orgelbouwer creëerde een ander evenwicht tussen traditie en vernieuwing. De stijl van de nieuwlichters noemt men gewoonlijk 'romantisch', al heeft de romantiek meerdere gezichten en kan deze ook betrekking hebben op de 'classicistisch-romantische' stijl. Vooral vanaf ongeveer 1855 zal de romantiek zijn intrede doen in de regio. Pas naar het einde van de 19de eeuw kunnen we in onze streek van echt romantische instrumenten (waarmee men dan de symfonische of orkestrale romantiek bedoelt) spreken. Vaak gaat deze romantiek ook visueel gepaard met neogotische kenmerken in de orgelkast, vaak met inbreng van een ontwerper. Orgelbouwers als Hooghuys en Lovaert waren enkele vertolkers van deze stijl. Eén van de vroegste neogotische voorbeelden (maar toch nog bij een classicistisch-romantisch instrument) vinden we in het Lovaertorgel in Grotenberge (1855).
Twee unieke instrumenten
Twee regionale orgelbouwers zijn zeker noemenswaardig omdat ze wellicht slechts één instrument bouwden in hun leven. Niettemin leveren ze kwalitatief werk af. Duidelijk nog schatplichtig aan de Van Peteghems plaatst de orgelbouwer Hubeau een eenmanualig 4voets-instrument in Volkegem (1822) en de orgelbouwer Petrus Haelvoet een tweemanualig 8voets-instrument in Nederzwalm (1855), deze laatste al meer zoekend naar enkele nieuwe (romantische) klankkleuren, hoewel in sterke mate ook nog traditioneel. Het orgel van Volkegem werd reeds gerestaureerd, dat van Nederzwalm verdient het om gerestaureerd en bespeeld te worden. Toch kiest men (onbegrijpelijk) ter plaatse liever voor een tweedehands electronium.
Orgels in een postrococo & classicistisch-romantische stijl
1813: Maarke (Maarkedal), Van Peteghem (aanpassing)
1817: Baaigem (Gavere), Henri De Volder
1822: Volkegem (Oudenaarde), Hubeau
1828: Roborst (Zwalm), Van Peteghem
1828: Sint-Denijs-Boekel (Zwalm) (verdwenen), Van Peteghem
1828: Erwetegem (Zottegem), Van Peteghem
1835: Sint-Blasius-Boekel (Zwalm), F.-B. Loret
1837-1939: Mater (Oudenaarde), H. Loret
1837: Schorisse (Maarkedal), Van Peteghem
c1840: Hundelgem (Zwalm), Van Peteghem; Vergaert
c1850: Meilegem (Zwalm), onbekend
c1850: Nukerke (Maarkedal), Van Peteghem
1850: Moregem (Wortegem-Petegem) (oorspr. in Kalfort bij Puurs), F.-B. Loret
1852: Kapel in Opbrakel (nu in Kapel College Oudenaarde), Lovaert
1853: Sint-Maria-Horebeke, Merklin & Schütze (aanpassing)
1855: Nederzwalm (Zwalm), Petrus Haelvoet
1855: Grotenberge (Zottegem), Leo Lovaert
1857: Zulzeke (Kluisbergen), Hooghuys
1864: Etikhove Louise-Marie (Maarkedal), Van Peteghem
1865: Rozebeke (Zwalm), Pieter Adam Hubertus Van Dinter
1866: Leupegem (Oudenaarde), Charles Anneessens
1867: Ouwegem (Zingem), Charles Anneessens
1870: Dikkele (Zwalm), Vereecken
1876: (Wannegem-)Lede, Louis Hooghuys
Orgels in een orkestraal-romantische stijl
Vanaf ca. 1880 vinden we in onze streken instrumenten die men kan karakteriseren als symfonisch-romantisch, hoog-romantisch of orkestraal-romantisch. Ze kenmerken zich o.m. door technische innovaties als het pneumatisch stelsel, alsook brede, strijkende grondstemmen, complete strijkerskoren, inclusief de Voix céleste, ronde tongwerken, pijpwerk met expressions, zwelkasten en soms combinatietreden.
De vlag van de Belgische hoogromantiek werd gedragen door Pierre Schyven, waarvan er vier instrumenten in onze streek te vinden zijn:
na 1884: Pamele (Oudenaarde), Pierre Schyven
1885: Ronse RVT De Linde, Pierre Schyven
1896: Ronse Sint-Hermes, Pierre Schyven
1898: Huise (Zingem), Pierre Schyven
Ook de orgelbouwers Joris uit Ronse bouwden een orgel in symfonische stijl:
1898: Ronse Sint-Martinus
Pamele
Schyven, na 1886
Godveerdegem
18de-19de eeuw ?
Erwetegem
1828
Baaigem
H. De Volder, 1817
Roborst
V. Peteghem, c1828
Volkegem
1821-1822
Sint-Blasius-Boekel
F.B. Loret, ca. 1835
Mater
H. Loret, 1837-1839
Schorisse
V. Peteghem, 1837
Moregem
F.-B. Loret, 1850
Hundelgem
V. Peteghem, c.1840
Nukerke
V. Peteghem, c.1850
College Oudenaarde
Lovaert, 1852
Grotenberge
Lovaert, 1855
Meilegem
ca. 1850 ?
Ooike
ca. 1850 ?
Nederzwalm
Haelvoet, 1855
Louise-Marie
V. Peteghem, 1864
Zulzeke
Hooghuys, 1857
Rozebeke
Van Dinter, c1865
Leupegem
Anneessens, 1866
Dikkele
Vereecken, ca. 1870
Ouwegem
Anneessens, 1867
Lede
L.Hooghuys, 1876
Ronse RVT De Linde
Schyven, 1885
Ronse Sint-Hermes
Schyven, 1896
Huise
Schyven, 1898
Ronse Sint-Martinus
Gebr. Joris (Ronse)
1898
20ste eeuw
In het begin van de 20ste eeuw blijven orgels gebouwd of verbouwd worden in een (post-)romantisch (ook wel 'laat-romantisch') idioom. Tal van orgelbouwers werden opgeleid in de ateliers van Anneessens, zoals o.a. Leon Daem, A.G. Mahauden, de gebroeders Joris en de gebroeders Reygaert. Met de romantisering van heel wat instrumenten (waarin kleurspelen en mixturen nauwelijks of geen plaats krijgen) constateren we vanaf het begin van de 20ste eeuw vaak ook een verlies van ambachtelijk bewustzijn in de orgelbouw. Vaak bouwden de orgelbouwers niet meer volledig zelf hun orgel, maar werkten ze met seriematig geproduceerde onderdelen uit toeleveringsbedrijven, zoals bijv. de Duitse firma Laukhuff. Vele orgelbouwers hielden vast aan electro-pneumatiek, strijkende registers en zwelkasten, vooral vanwege de katholieke koorzang die snelle registerwisselingen, crescendi en decrescendi en veel achtvoets kleuren vereiste. De zogenaamde 'ecclesiastieke' orgelklank zou tot meditatie moeten stemmen en een etherische sfeer opwekken. De bouwstijl van orgels bleef tot ca. 1950 nog romantische elementen vertonen.
Toch zijn er nog kwalitatieve orgelbouwers zoals de veel te ondergewaardeerde orgelbouwers Vereecken (bijv. in Wortegem en in Sint-Jozef Aalst) die binnen dit steeds uniformer wordende landschap een heel eigen kleur wisten te scheppen met zeer degelijke pneumatiek en inspirerende klankkleuren.
[1ste helft 20ste eeuw:] Melden (Oudenaarde), Joris
[1ste helft 20ste eeuw:] Kapel in Opbrakel (nu in Kapel College Oudenaarde), Joris
1900-1911: Volkegem (Oudenaarde), Joris
1902: Sint-Denijs-Boekel (Zwalm), Joris
1904: Ronse Sint-Antoniuscollege, Joris
1907: Meilegem (Zwalm), Daem
1908: Wortegem (Wortegem-Petegem), Vereecken
1909: Melden (Oudenaarde), Vereecken
1909-1910: Zingem, Joris
1910: Ename (Oudenaarde) (verdwenen), Joris
voor 1911: Edelare (Oudenaarde), Joris
1912: Sint-Walburga Oudenaarde, Georges Cloetens
1912: Beerlegem (Zwalm), Gebr. Reygaert
1922: Petegem (Wortegem-Petegem), Schyven
1925: Bevere (Oudenaarde), Gebr. Reygaert
[1ste helft 20ste eeuw:] Marolle Kruishoutem, Van de Loo
[1ste helft 20ste eeuw:] Ronse Broeders OLV van Lourdes, anoniem
1930: Sint-Maria-Latem (Zwalm), Gebr. Reygaert
1930: Heurne (Oudenaarde), Daem
1931: Zottegem, Gebr. Reygaert
1943: Sint-Blasius-Boekel (Zwalm), Daem
1910-11: Wannegem (Kruishoutem), Daem
1931: Sint-Maria-Horebeke, Edmond Leon Mahauden
1936: College Oudenaarde (nu in Beveren), Anneessens
1938: Elsegem (Wortegem-Petegem), Anneessens
1942-1971: Nederename (Oudenaarde), Anneessens
1942: Ronse Bovenkapel Sancta Maria, J. Stevens
1943: Eine (Oudenaarde), Anneessens
1947: Edelare (Oudenaarde), Anneessens
1951: Mullem (Oudenaarde), Fam. Reygaert
Vanaf de tweede helft van de 20ste eeuw komt stilaan een heroriëntering en revival van het mechanische pijporgel op gang, dat zich weerspiegelt in de neobarok, waarvan het orgel van Korsele (en sinds 2019 van diezelfde orgelbouwer ook in de Walburgakerk van Oudenaarde) een schitterend en waardevol voorbeeld is van een nieuwbouw in deze stijl. Ook de Belgische orgelbouwer wist met smaak deze neobarok in een persoonlijke stijl te gieten, met o.a. invloeden vanuit het zuiden (Italië, Spanje...), daarvan vinden we het mooiste voorbeeld in Berchem (Kluisbergen). Andere orgels werden soms 'geneobarokiseerd', waarvan het orgel van Mater nog een van de mooiste exemplaren is.
1961: Korsele (Geuzenhoek, Horebeke), Vierdag
1961: Ronse St. Antonius van Padua, Delmotte
1962: Ronse De Klijpe, Thunus
1963: Walburgakerk Oudenaarde koororgel, Vierdag
1963: Mater (Oudenaarde), Anneessens
1963: Roborst (Zwalm), Loncke
1965: Ooike (Wortegem-Petegem), Loncke
ca. jaren 1960: Strijpen (Zottegem), Laureys
1978: Ronse Sint-Hermes, Patrick Collon
1981: Berchem (Kluisbergen), Patrick Collon
1996: Welden (Oudenaarde), L. Lombaerts
(Wordt vervolgd...)
- Deze website wordt regelmatig bijgewerkt -
Bevere
Reygaert, 1925
Heurne
Daem, ca. 1928
Sint-Maria-Latem
Reygaert, ca. 1930
Nederename
Anneessens, 1942/71
Kruish. Marolle
V.d.Loo, s.d.
Ronse Broeders OLV
anoniem
Strijpen
Laureys
ca. jaren 1960
Ronse St-Ant. v. P
Delmotte
1961
Korsele
Vierdag
1961
Ronse De Klijpe
Thunus
1962
Walburgakerk Oudenaarde
Vierdag, 1963
Ooike
Loncke, 1965
Ronse Sint-Hermes
Patrick Collon
1978
Berchem (Kluisbergen)
Patrick Collon
1981
Welden positieforgeltje
Leopold Lombaerts
1996