top of page

Het orgel van de dekenale kerk in Zottegem-centrum

Een Reygaertorgel in de O.-L.-Vr. Hemelvaartkerk

Oorspronkelijk L. Van Peteghem, 1784
Huidig instrument: Reygaert Frères


1931
 

Reygaert, 1931
Van Van Peteghem resteren
nog enkel een gedeelte van
het doksaal en een front van
het Rugpositief

Orgelbouwer:   

               


Bouwjaar:       


Transformatie:

De afgelopen decennia heeft de orgel-wereld nogal de wenkbrouwen gefronst bij deze generatie instrumenten....

Ook bij monumentenzorg kon men voor deze instrumenten lange tijd doorgaans geen officiële betoelaging krijgen, aangezien het niet ging om een zgn. "valoriserend historisch concept"....

 

Doch, met de aandacht en toenemende studie die er kwam rond de historisering en het bronnenmateriaal uit de periode van de 19de en begin 20ste eeuw, zijn we de - bijna vergeten - orgelklank van dit soort instrumenten terug aan het herontdekken en naar waarde aan het schatten.

Historiek: (naar Antoine Tronquo)

Dateert de eerste bronvermelding van een orgel in de Dekanale kerk Zottegem van rond 1750, reeds in 1784 zou een nieuw orgel zijn geplaatst door de eminente orgelbouwers-dynastie: "Van Peteghem" uit Gent. 

De Gentse familie Van Peteghem was enorm bekend in de 18de eeuw.  Ze stonden voor rondheid, verfijning en echte elegantie in de orgelklank van het rococo.  Hun zaak heeft enkele generaties bestaan tot aan het begin van de Romantiek, waardoor hun bedrijf al snel failliet ging oordat ze niet meer mee waren met hun tijd.

 

Het toenmalige Van Peteghemorgel werd dan ook tweemaal grondig verbouwd in geromantiseerde zin:
in 1872 door Charles Anneessens uit Geraardsbergen; en omstreeks de eeuwwisseling door diens oud-werklieden, de gebroeders J. & Fr. Joris uit Ronse.

 

In 1931 volgde dan een zeer ingrijpende wijziging die eigenlijk neerkwam op een totale nieuwbouw - volgens de toenmalig gangbare stijl en normen - gesigneerd: "Reygaert Frères - Grammont" (leerlingen van Anneessens).

Het enige dat vermoedelijk nog overbleef van Van Peteghem is een gedeelte van het pijpenfront dat nog steeds in de ballustrade ingebouwd zit. Het fungeert enkel nog als sierraad die het geheel omkadert, maar geen enkele 'sprekende' functie meer heeft.

Het aangebrachte inscriptieplaatje op de flank van de orgelkast met vermelding "Dono Dedit Ph. Braekman", doet vermoeden dat deze familie de nieuwbouw van het orgel bekostigde.

 

De orgelkast is gebouwd in 2 delen, zijnde: "groot orgel" en "pedaalwerk" aan de ene kant, en "Récit" - met zwelkast aan de andere zijde van het hoogzaal.

 

Nadat het instrument jaren in onbruik is geweest, werd het in 1994 terug speelklaar gemaakt door de firma Andriessen. De onkosten hiervan werden gedragen door de lokale initiatiefnemers.

 

Het orgel met 22 spelen, laat zich thans kennen als een zuiver "romantisch" - zij het tijdsgebonden - instrument uit de eerste decennia van de 20ste eeuw, die dan ook volledig aansluit bij de stijl en esthetiek uit de orgelbouw-school van Ch. Anneessens.      

De brede, warme en strijkerachtige klank doet vermoeden, dat met de bouw van dit orgel men destijds het verwantschap met het "harmonium" (of ook "l'orgue de salon" genoemd), duidelijk niet heeft ontzien.  

Dispositie:
(registertrekkers van links naar rechts
boven klavieren)

 

[Bovenklavier Récit, 56t.]

  • Quintation 16'

  • Flûte Traversière 8'

  • Salicional 8'

  • Voix Céleste 8'

  • Flûte d'Echo 4

  • Quinte 3

  • Octavin 2

  • Trompette harmonique 8'

  • Basson-Haut-bois 8'

 

[Onderklavier Grand Orgue, 56t.]

  • Bourdon 16'

  • Montre 8'

  • Bourdon 8'

  • Viole de Gambe 8'

  • Flûte harmonique 8'

  • Prestant 4'

  • Doublette 2'

  • Fourniture III

  • Trompette 8'

 

[Voetklavier Pédale, 30t.]

  • Contrebasse 16'

  • Sousbasse 16'

  • Basse 8'

  • Bombarde 16'

 

[Speelhulpen: 8 voettreden]

  • koppelingen: G.O. au P., R. au P., R au G.O.

  • appel anches: G.O., R., P.

  • Forte Générale

  • Tremolo Récit

 

  • Zwelpedaal voor het Récit

 

 

 

bottom of page