Binnenkort leest u hier meer over dit instrument...

Orgelbouwer: Leonard Lovaert
Bouwjaar: 1848

Historiek
Wijzigingen in 1957 door J. Loncke & zonen
Hierbij werd de orgelkast van de doksaalbalustrade gescheiden en achteruit geschoven. In de balustrade prijkt nog een niet functioneel sierfront uit de oorspronkelijke onderkast. Tussen balustrade en orgelkast is een nieuwe vrijstaande speeltafel geplaatst.

Orgelkast
Oorspronkelijk was dit een balustradeorgel (volgens foto KIK-IRPA 1945), waarbij het orgel aan de rugzijde bespeeld werd. Ondanks zijn verplaatsing in 1957 is de opbouw van de originele orgelkast bewaard gebleven. De orgelkast werd reeds in 1843 aangekocht, het bouwjaar van het instrument zelf is 1848.
De bovenkast heeft een typische vijfdelige opbouw met ronde torens (verhoogde middentoren en twee lagere zijtorens), elk voorzien van vijf frontpijpen. De hoofdvorm blijft traditioneel, al merken we o.i.v. het neoclassicisme al meer een rechthoekige blokvorm op, in tegenstelling tot oudere kasten die vaak een ingesnoerde onderkast hebben (in de buurt bijv. in Zegelsem, Opbrakel, Michelbeke, Everbeek Beneden).


Dispositie

Montre 8 (bas)
Montre 8 (discant)
Flûte travers 8 (discant)
Bourdon 8
Prestant 4
Flûte douce 4
Doublette 2
Cornet 5 rg
Mixture (3 rangen)
Trompette 8 (bas)
Trompette 8 (discant)

Klaviatuur
De originele klaviatuur bevond zich aan de achterzijde van het orgel (sporen daarvan zijn nog zichtbaar).
Loncke plaatste in 1957 een vrijstaande speeltafel tussen de doksaalbalustrade en orgelkast.