top of page
DSCN3601-aangepast.JPG

Het Van Peteghemorgel (1777) in Michelbeke

Een vrij zeldzaam tweeklaviersorgel van Van Peteghem, grotendeels bewaard

Orgelbouwer: oorspronkelijk Pieter van Peteghem (Gent) en zoon Lambert-Benoit,
later Pieters kleinzonen gebroeders Pierre-Charles en Lambert-Corneille van Peteghem

Bouwjaar: 1777-1779
toevoeging van een onderpositief door gebroeders Pierre-Charles en Lambert-Corneille in 1828

Voorgeschiedenis:
Vermoedelijk was er al van in de 18de eeuw een orgel aanwezig, mogelijks hersteld door van Peteghem. In het begin van de 19de eeuw werd een (nieuw?) orgel gemaakt door van Petegem. In 1886 werd dit verkocht aan het Bisschoppelijk college in Lokeren.

Historiek:
Het huidige instrument van Michelbeke was oorspronkelijk gebouwd voor de Onze-Lieve-Vrouw van Pamelekerk in Oudenaarde in 1777-1779. Het werd door de derde generatie Van Peteghem uitgebreid met een tweede klavier (onderpositief) en een voetklavier in 1828.
In 1886 werd het overgeplaatst naar Michelbeke (in de Oudenaardse kerk bestelde men een nieuw orgel bij Pierre Schyven dat qua decoratie in de toenmalige visie beter zou passen in het interieur).

Transformaties:
Het orgel is vrij compleet bewaard. Toch sneuvelden enkele originele registers om te voldoen aan de wijzigende smaak van de romantiek waarbij men verlangde meer grondtonige registers: een Monter 8 (bas en discant) en een Violon (bas en discant) werden op het hoofdwerk geplaatst, alsook op het onderpositief werd een strijker (bas en discant) geplaatst.
Momenteel werden deze latere toevoegingen ongedaan gemaakt, door deze orgelpijpen uit het orgel te verwijderen. Enkele van deze niet originele orgelpijpen bevinden zich nog op de zolder boven het doksaal.

Orgelkast:
De orgelkast is de oorspronkelijke orgelkast die werd gebouw voor de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Pamele in Oudenaarde. Orgelmakers bouwden door het gildenstelsel doorgaans zelf geen orgelkasten.

Het vijfdelig fronttype met centrale middentoren en typisch afgeronde tussenvelden heeft gelijkenissen met het orgel van Sint-Kornelis-Horebeke (1772), het oorspronkelijke orgel van Nederbrakel (1777) en Zegelsem (1789). Sint-Kornelis-Horebeke was een van de eerste Van Peteghemorgels dat naar de architectonische conceptie van Hoofdwerk-Onderwerk (bovenfront-onderfront) werd gebouwd. Men spreekt van een Onderwerk wanneer dit is geplaatst in de voet van de orgelkast en wanneer het hele orgel als balustradeorgel geplaatst is. De onderkas is ingesnoerd. Het onderfrontje is eveneens vijfdelig, met twee zijtorens en een lagere middentoren.

​De frontpijpen waren oorspronkelijk met tinfolie belegd. Heel typisch voor deze periode van de Van Peteghems is dat de middelste pijp van elke toren van een opgeworpen labium is voorzien, terwijl alle overige frontpijpen een spitsvormig bovenlabium krijgen. Bij dit orgel hebben alle torens, zowel in hoofdwerk als onderpositief, 7 frontpijpen.

Klaviatuur:
origineel, inclusief beenbeleg in de bakstukken van het klavier

Huidige dispositie:

Hoofdwerk registertrekkers links:
Clairon 4 (bas)
Trompette 8 bas
(vastgezette registertrekker)
(vastgezette registertrekker)
Tierce 1 3/5
Flûte 4
Bourdon 8
Cornet 2r.

Hoofdwerk registertrekkers rechts:
Trompette 8 sup
(vastgezette registertrekker)
(vastgezette registertrekker)
Fourniture III (nu I)
Nazard 2 2/3
Doublette 2
Prestant 4
Tremulant

Onderpositief registertrekkers links:
Quinte sup 2 2/3
Bourdon 8
Flûte 4
(vastgezette registertrekker)

Onderpositief registertrekkers rechts:
Prestant 4
(vastgezette registertrekker)
(vastgezette registertrekker)

Het Van Peteghemorgel (1777) in Michelbeke
bottom of page